Ik zit met een vraag, een dilemma, want er is iets wat ik niet zo goed begrijp. Er komen diverse thema’s aan bod in mijn boek Liefdeloos, dat in december j.l. is uitgekomen. Als ik iets schrijf over een bepaald onderwerp uit mijn boek dan roept dat meer interesse en reacties van lezers op dan de andere thema’s in Liefdeloos.
Het hoofdthema’s dat duidelijk naar voren komt is narcisme. Van mijn moeders manipulaties, kleineringen, vernederingen en leugens heb ik als kind de meeste psychische schade opgelopen, ook al ben ik daar als volwassene redelijk goed overheen gekomen met behulp van therapie. Mijn moeder was en is een verborgen narcist. Naar de buitenwereld toe heel aardig en vriendelijk (ook naar mij toe), maar binnenshuis de boze moeder. Ze verheerlijkte zichzelf niet, maar vond wel dat zij beter en slimmer was dan de rest van de wereld.
Ik vind het belangrijk om lotgenoten te laten inzien hoe een kind reageert op psychische mishandeling en wat het met dat kind doet wanneer het opgroeit tot volwassene. Als klein meisje voelde ik al dat mijn moeder niet reageerde zoals een liefdevolle moeder hoort te doen. Haar gedrag beïnvloedt mij tot de dag van vandaag, echter niet meer zo dramatisch als toen ik kind was, natuurlijk. Ik weet nu wie ik ben en wat ik waard ben én dat ik beter functioneer zonder mijn moeder.
Ik heb Liefdeloos dan ook geschreven voor iedereen die op een of andere manier te maken heeft (gehad) met psychisch misbruik en om te laten zien dat het mogelijk is om jezelf los te maken en jezelf (terug) te kunnen vinden.
Hoewel narcisme een belangrijke factor in mijn opgroeiproces blijkt te zijn, is mijn leven echter begonnen met een andere gebeurtenis. Bij m’n geboorte had mijn moeder het HELLP-syndroom en daardoor ben ik drie maanden te vroeg geboren. Vervolgens lag ik drie maanden in de couveuse en na vijf maanden mocht ik naar huis. In deze vijf maanden kreeg ik te maken met de gevolgen van het HELLP-syndroom, vroeggeboorte, tijd in de couveuse én hechtingsproblemen omdat mijn moeder vijf maanden uit mijn leven verdween. Dit lijkt heel wat, maar de vroeggeboorte en de periode die ik in de couveuse doorbracht hebben naar mijn gevoel niet heel veel schade aangericht. Ik ben alleen altijd erg schrikachtig gebleven en dat blijkt bij meer couveusekinderen voor te komen. Bovendien ben ik gevoelig voor te veel prikkels, zoals veel geluid. Bijvoorbeeld: op plaatsen waar veel mensen zijn kan ik me niet goed concentreren op een gesprek, omdat ik iedereen hoor praten en overal wat zie gebeuren. Als er ook nog muziek wordt gedraaid is het drama helemaal compleet en weet ik van gekkigheid niet meer met wie ik moet kletsen of waar ik moet kijken.
Heb ik hier heel veel last van? Nou ja… op het moment zelf is het natuurlijk wel lastig, maar ik weet inmiddels dat hier ook meer mensen mee te maken hebben. Na zo’n bijeenkomst ben ik geestelijk helemaal uitgeput en droom ik de gesprekken ’s nachts nog eens na, maar de volgende ochtend ben ik de drukte alweer vergeten en stort ik me weer op de nieuwe dag.
De couveusetijd heeft me vooral een onrustig gevoel gegeven, maar niet dramatisch. Ik kan er niet echt negatieve herinneringen of gevoelens over terug halen. Of ik iets aan het HELLP-syndroom (van mijn moeder en later bij mijzelf) heb overgehouden? Als kind denk ik niet, als volwassene na het zelf te hebben doorgemaakt wel. Psychisch merk ik geen schade, omdat ik weet dat ik er niks aan doen dat het me is overkomen. Mijn zoon heeft het ook goed doorstaan, voor zover we tot nu toe weten. Al hebben we wel beiden last van onze nieren. Sinds ik zelf HELLP heb gehad, ben ik erg gevoelig geworden voor ‘verkeerd’ eten, medicijnen en supplementen. Zo moest ik een keer veranderen van neusspray voor mijn hooikoorts, wat me redelijk gemakkelijk leek. Dat was het echter niet, want ik bleek plots allergisch voor één of andere hulpstof in het nieuwe medicijn. Na het derde probeersel bleek ik goed te reageren, maar ik vond het heel raar dat mijn lichaam ineens zo afwerend reageerde op zoiets simpels als neusspray. Zo reageerde mijn lichaam vaker vreemd op de meest simpele dingen.
Heb ik hier verder veel last van? Nou ja… soms kan het natuurlijk heel vervelend zijn gedurende een aantal dagen, maar niet dramatisch. Ik zal wel altijd moeten blijven opletten met wat ik eet en hoe mijn lichaam reageert op medicijnen of supplementen. Ik denk dat mijn lichaam steeds intoleranter wordt, maar tot nu toe daar valt goed mee te leven.
De vroeggeboorte heeft me naar mijn weten niet heel erg beschadigd, voor mijn gevoel was ik klaar voor het leven! Hoe gek dat ook klinkt. Ik heb gevochten om in leven te blijven, met hulp van de kinderartsen en verpleegsters. Ik ben blij dat ik besta. Ik heb geen lichamelijk ongemakken, op de gevolgen van het HELLP-syndroom na.
Ik weet echter dat het niet zomaar iets is, om te vroeg geboren te worden. Mijn zoon is ook negen weken te vroeg geboren en ik vond het altijd zó zielig om hem alleen in de couveuse en het ziekenhuis achter te laten, ook al weet je dat hij daar goed verzorgd wordt. Ik heb altijd geprobeerd, samen met zijn vader, om zoveel mogelijk bij hem te zijn in het ziekenhuis. We mochten met hem buidelen, meestal maximaal een half uur tot drie kwartier. We genoten er alle drie volop van. Ik probeerde zoveel mogelijk bij hem te zijn omdat ik vreselijk bang was dat hij zich niet zou kunnen hechten aan mij. Ik knuffelde hem als baby heel veel, maar hij was daar jammer genoeg niet zo van gediend.
Helaas bestond buidelen nog niet toen ik geboren werd. Ouders mochten in de jaren ’70 überhaupt niet bij hun baby in de couveuse komen. Nog niet eens in de buurt ervan. Mijn moeder vond het dan ook niet nodig om iedere dag naar mij te komen kijken. Mijn vader wel, hij kwam trouw iedere dag na zijn werk langs om te horen hoeveel ik al gegroeid was. Thuis bracht hij verslag uit aan mijn ongeïnteresseerde moeder. Van haar afwezigheid heb ik wel hechtingsproblemen ontwikkeld, die me tot op heden achtervolgen. De eerste duizend dagen zijn ontzettend belangrijk voor de hechting tussen baby en moeder en bij mij ging het al gelijk mis in de eerste honderdvijftig dagen. Het is daarna ook nooit meer goed gekomen. Mijn moeder en ik vertrouwden elkaar niet en wisten niet wat we met elkaar aan moesten. Het begon natuurlijk met het gebrek aan hechting, waardoor ik al geen vertrouwen meer had in mijn moeder, maar haar psychische mishandeling maakte het alleen nog maar erger.
Het schrijven van het boek Liefdeloos heeft me heel erg geholpen om mijn trauma’s te verwerken en vooral te begrijpen. Door veel te lezen op internet, Facebook, Instagram en LinkedIn heb ik veel geleerd over narcisme, maar ook over de gevolgen van vroeggeboorte, HELLP-syndroom en hechtingsproblematiek.
Al deze thema’s behandel ik geregeld op mijn eigen website, blog en social media. Toch is er tot mijn grote verbazing één thema dat de meeste aandacht en reacties trekt: het narcisme. Dat is natuurlijk ook wel begrijpelijk, zeker met wat er tegenwoordig allemaal in het nieuws te horen en te lezen is. Narcistisch misbruik is nog steeds een ondergeschoven onderwerp, dat nu eindelijk uit de taboesfeer gehaald wordt. Langzaam, maar toch.
Wat dat betreft ben ik op het juiste moment met mijn boek naar buiten gekomen en ik hoop dan ook veel lotgenoten daarmee een hart onder de riem te steken. Ik weet dat ik zeker niet de enige ben die dit is overkomen en ik zal ook niet de laatste zijn. Er zijn zoveel méér slachtoffers voor en na mij.
Het HELLP-syndroom en vroeggeboorte kunnen echter ook de nodige invloed hebben op iemands leven. Toch worden mijn artikelen daarover minder veel gelezen dan wanneer ik over narcisme schrijf. Ik vraag me oprecht af hoe dat komt. Het HELLP-syndroom heeft misschien een meer tijdelijke invloed, maar niet altijd. Ik lees ook verhalen van mensen die hun hele leven last blijven houden van allerlei lichamelijk kwalen, de een erger dan de ander. Ik prijs mezelf dan gelukkig met alleen mijn lichte ‘nierfalen’.
Vroeggeboorte levert een rollercoaster aan emoties en gevoelens op, vooral aan het begin van het nieuwe leven van je baby, die misschien te kampen heeft met complicaties. Ook een vroeggeboorte kan schade opleveren voor de rest van je leven door blijvende lichamelijke beperkingen.
Ook nu prijs ik mij gelukkig met mijn lichamelijke gezondheid van mij en mijn zoon, want ik weet dat het veel erger had kunnen aflopen.
Omdat alle thema’s ieder op hun manier voor traumatische gevolgen kan zorgen, vraag ik me af hoe het komt dat alleen narcisme zoveel meer (h)erkenning en reacties oproept dan couveusebaby’s, vroeggeboorte, HELLP-syndroom en hechtingsproblematiek?
Vooral in de couveusetechniek zijn er zoveel verbeteringen ingevoerd en is men zoveel meer te weten gekomen over hoe baby’s de couveusetijd ervaren. Baby’s voelen veel intensiever en in de couveuse klinken geluiden veel harder dan men altijd dacht. Dat is toch hartstikke interessant? Of klinkt het ongeloofwaardig, omdat men er altijd van uitging dat baby’s niet kunnen horen, zien en voelen? Dat kunnen baby’s natuurlijk wel! Intuïtief.
Ook over de gevolgen van vroeggeboorte en het HELLP-syndroom hebben wetenschappers al veel meer geleerd. Zo weet men nu dat HELLP erfelijk kan zijn en dat het kan worden doorgegeven door zowel meisjes als jongens. Dus mijn zoon heeft ook kans dat zijn toekomstige partner HELLP ontwikkelt tijdens haar zwangerschap. Dat hoeft niet te betekenen dat zij ook daadwerkelijk HELLP ontwikkelt. Ik heb namelijk ook nog een dochter gekregen, inmiddels alweer tien jaar geleden. Tijdens deze zwangerschap heb ik Aspirine geslikt, onder begeleiding van de gynaecoloog. Hoewel ik enorm bang was om nogmaals HELLP te krijgen, is mijn dochter geboren met ruim veertig weken!
De ontwikkelingen gaan nog steeds door, dus we komen steeds meer te weten over alle thema’s die ik meemaak in Liefdeloos.
Tijdens het schrijven en toen het boek uitkwam vroeg ik mij af of ik dit echt wel wou: mezelf blootgeven. Uiteindelijk is het wel zo dat jij, de lezer, nu heel veel van me weet, ook al ken je me misschien niet echt. Ik heb me kwetsbaar opgesteld, maar dat heb ik bewust gedaan, om anderen te kunnen helpen. Ik heb geleerd dat jezelf kwetsbaar opstellen betekent dat anderen je ook willen en kunnen helpen. Daar gaat het om. Jezelf kwetsbaar opstellen is misschien wel eng, maar je komt er sterker uit.
Als iedereen eens wat meer naar zijn eigen gevoelens zou kijken en dúrven voelen wat je nou eigenlijk allemaal ervaart, zouden we dan ook de narcisten kunnen ‘helpen’? Dat laatste waarschijnlijk niet, want de narcist weigert te voelen, maar ik denk wel dat het beslist niet laf is om jezelf te kennen en je emoties te dúrven voelen. Integendeel.
Daarom vind ik de thema’s in mijn boek allemaal even belangrijk en zal ik ze ook blijven uitdiepen. Hopelijk vinden jullie ze allemaal stiekem toch héél interessant.
Wil je reageren? Stuur een mail naar: info@liefdeloos.com of vul het contactformulier op deze website in.