Onzeker, maar zeker genoeg

Opgegroeid met een narcistische moeder, denk ik mijn kindtrauma best goed verwerkt te hebben. Na enkele therapieën en nieuwe inzichten weet ik wat ik wil en wat ik kan. Soms vertellen mensen in mijn vrienden- en kennissenkring dat ze me bewonderen om mijn kracht en doorzettingsvermogen. Dan kijk ik ze verwonderd aan, omdat ik denk: hoezo dan?
Ik heb al zoveel meegemaakt en ga steeds onverstoorbaar door, want ja, het leven gaat ook gewoon door. Ik kan wel bij de pakken gaan neerzitten (wat ik soms echt wel doe), maar uiteindelijk ben ik de enige die mijn leven kan veranderen. Ja, daarbij bewandel ik graag mijn eigen pad: ik bedenk en zoek veel zelf uit en blijf (meestal) positief.

Voor mij is deze levenswijze vanzelfsprekend, normaal, gewoon. Ik kan niet anders. Ik denk dat ik mijn moeder-kind trauma best goed verwerkt heb, maar soms komt er toch iets onverwachts naar boven, een nasleep van mijn moeders invloed. Iets dat toch héél diep zit: onzekerheid.

Een paar maanden geleden ben ik van baan gewisseld en daarbij ben ik enorm uit mijn comfortzone gestapt. Het was nogal een impulsieve beslissing, iets wat ik nog nooit had gedaan en waar ik nauwelijks iets van af wist. Ik help nu mensen die betalingsproblemen hebben en dat is heel mooi om te doen. Hoewel ik vrijwilligerswerk doe waarbij ik mensen met hun financiële administratie help, gaat het in mijn werk wel iets verder. Het geeft me een goed gevoel om mensen die een probleem hebben met een heel klein stukje van hun leven verder te helpen.

Het is eigenlijk best frappant dat ik nu mensen met geldproblemen help. Ik heb altijd heel hard geroepen dat ik nooit met cijfertjes ga werken, want daar ben ik echt niet goed in. Nu doe ik inderdaad geen boekhouding ( op de thuisadministratie na). Geloof me, je boekhouding laat je liever niet aan mij over.
Toch zit ik nu iets ‘financieels’ te doen, ook al draait het er juist om mensen te helpen. Vooral in het begin was dit werk heel erg buiten mijn comfortzone en er zijn echt momenten geweest dat ik dacht: ik ga dit nooit leren!

Omdat ik van kleins af aan gewend ben om alles zelf te bedenken, uit te zoeken en te doen, dacht ik dat in mijn nieuwe baan ook zo te kunnen (en moeten) doen. Ik moest van mezelf alles gelijk weten en uit mijn hoofd kennen, maar dat was onmogelijk! Ik raakte enorm gefrustreerd. Ik had mijn lat zo hoog gelegd dat ik helemaal vastliep. Als ik iets opzocht en het antwoord niet meteen vond, dan dacht ik dat ik niet goed genoeg was voor deze functie, want ik vond de oplossing immers niet meteen. Ik ben niet bang om vragen te stellen, maar ik moest echt álles vragen. Hoe kon het dat ik het antwoord niet kon vinden? Ik was toch een ster in zoeken en vinden? Nu, na vier maanden, heb ik geaccepteerd dat ik móet vragen, dat ik niet alles kán weten en vooral niet alles hóef te weten. Mijn werkgever heeft een systeem ontwikkeld waar veel, héél veel vragen in staan. We mogen geen antwoord geven zonder dit systeem een vraag te stellen en het antwoord te lezen. Dit antwoord kan namelijk zomaar veranderen, dus we moeten altijd eerst checken of het antwoord correct is. Dat geeft ook weer een soort van zekerheid: je kunt bijna niet het verkeerde antwoord geven.

Afbeelding van Concord90 via Pixabay

Omdat dit een totaal nieuwe manier van werken is voor mij, word ik daar enorm onzeker van. Ik moet vragen? Ik kan het niet weten? Ik hoef het niet te weten? Dat past niet bij mijn onafhankelijke persoonlijkheid, Het geeft me het gevoel dat ik dit werk niet aankan.

Hey, daar hoor ik een bekend stemmetje in mijn hoofd: ‘dat kun jij toch helemaal niet! Haha’. Dat stemmetje zegt ook: ‘Denk je nu echt dat ze jou daar willen hebben? Je bent helemaal niet goed genoeg!’
Kom op mam, ik heb je nu al zoveel jaren niet meer gezien en/of gehoord, wat kom je doen in mijn hoofd?
Misschien heeft ze gelijk. Ik kan dit werk ook eigenlijk helemaal niet, want ik heb een hele andere achtergrond. Een creatieve in plaats van een financiële achtergrond. Al vallen die cijfers reuze mee, want het belangrijkste is dat we mensen in een moeilijke situatie helpen.
Ga ik dit ooit leren?

Afgelopen week vertelden een paar klanten dat ik ze had geholpen, dat we een prettig gesprek hadden gevoerd en ze blij waren met de oplossing. Eén persoon zei zelfs dat hij het een heel gezellig gesprek had gevonden.
Wow, serieus?
Er was ook een boze mevrouw die vroeg of er bij ons alleen maar domme mensen werken. Auw, dat deed pijn en ik kromp ineen achter mijn bureau. Niet persoonlijk, niet persoonlijk bedoeld, ging er door mijn hoofd. Dom, dom, dom… ging er ook door mijn hoofd.

Nee, ik ben niet dom, deze mevrouw wil gewoon niet naar me luisteren. Ik heb het al uitgelegd maar ze wil mijn antwoord niet horen en schreeuwt daarom dat ik dom ben, maar ze is juist zelf dom door niet naar me te luisteren. Ik kan nu eenmaal geen regels veranderen, wel uitleggen waarom het antwoord zo uitvalt.

Eergisteren was ik op kantoor en had ik twee meetings met collega’s over mijn functioneren. De ene zei dat ze me waardeert als collega en het geweldig vindt dat ik zo leergierig ben en veel vragen durf te stellen (terwijl ik vaak denk: daar gá ik weer). Ze vertelde dat ze een enorme leercurve in mijn groeiproces ziet. Ook zei ze dat ik heel menselijk naar klanten ben. Oh wacht, hoorde ik dat sommige klanten niet ook zeggen? Zou het waar zijn?
Echt?

In de tweede meeting kreeg ik eveneens te horen dat ik goed bezig ben. Ik weet mijn antwoorden te vinden (serieus?) en ik kom zelfverzekerd over. Hè? Ik zelfverzekerd? Ik rol bijna over de grond van het lachen… Collega weet wel dat ik vaak nog om bevestiging vraag, terwijl ik het antwoord al weet.

Afbeelding van Greg Montani via Pixabay

Maar toch, die bevestiging dat ik het weet, dat ik het goed doe, die blijf ik nog zo erg nodig hebben. Om de paar dagen wil ik het horen. Vandaag voel ik het nog wel, maar over drie dagen ga ik weer aan mezelf twijfelen. Dan word ik opnieuw het bange, kleine onzekere vogeltje van vroeger dat niks kan en nergens goed voor is. Dat gevoel van onzekerheid heeft mijn moeder er zó diep ingeramd, dat het toch weer weet op te veren op het moment dat ik me kwetsbaar opstel. Ik ben uit mijn comfortzone gestapt en hoppa, daar komt mijn moeder weer in mijn hoofd op de proppen om me de grond in te stampen.

Toch zal ik jou eens wat laten zien, mam! Je krijgt me niet meer klein. Ik kan dit, dat weet ik zeker. Ik vind dit werk leuk om te doen en ik ga er heel goed in worden! Niet vandaag, niet morgen, maar over een jaar, ofzo, dan willen ze me niet meer kwijt! Dan ben ik de beste…
Nou nee, dat hoeft ook weer niet. Die lat hoef ik niet meer zo hoog te leggen.

Zoals het nu gaat is het goed genoeg.
Ik ben goed genoeg.

Gewoon zo doorgaan.