Narcistisch misbruik herkenbaar maken

Sinds mijn boek op 10 december 2021 gepubliceerd is, ontvang ik steeds meer reacties van lezers. De meeste berichten komen van vrouwen, maar ook mannen laten weten dat ze zich herkennen in (delen van) mijn verhaal.

In de tijd dat ik het boek aan het schrijven was (vooral in 2020 en 2021) en helemaal toen het nét uit was, had ik best wel twijfels of ik er goed aan had gedaan. Ik wist niet zeker of mijn levensverhaal wel interessant genoeg was dat iemand het zou willen lezen. Ook was ik bang dat mensen zouden reageren: stel je niet aan, zo erg had je toch helemaal niet. Dat was namelijk hoe ik er zélf wel een beetje over dacht. Het schrijven heeft zó therapeutisch gewerkt, waardoor ik mijn negatieve ervaringen en het psychisch misbruik van mijn moeder heb kunnen relativeren en ik het nu ‘minder erg’ vind. Met andere woorden: ik heb het verwerkt en een plekje kunnen geven. Ik begrijp waar haar gedrag vandaan komt, maar praat het zeker niet goed.
Ook een narcist heeft de keuze om zijn of haar leven te beteren, maar is te schijterig om achter zijn (haar) eigen masker te kijken en te ontdekken wat zijn/haar diepste gevoelens (angsten) zijn.

Nadat mijn boek gepubliceerd is en ik er met andere mensen over praatte (en schreef), kreeg ik ook andere verhalen te horen. Natuurlijk wist ik dat er mensen zijn die nog veel ergere dingen hebben meegemaakt, in welke misbruikvorm dan ook, maar ik hou het voor nu even bij narcisme. Tot mijn grote verbazing kon het niet een beetje erger, maar echt veel erger en vooral veel gekker. Echt, ik heb de mafste situaties en capriolen gehoord die narcisten in hun diepste wanhoop en grootste onmacht uithalen. En het is echt zo: hoe ouder hoe gekker!

Foto omslag: Nicole Schmidt - Puur Nicole

Ik heb dan nog geluk gehad met mijn moeder: ik heb namelijk al zestien jaar niks meer van haar gehoord! Dat is vreemd voor een narcist, maar het bestaat dus wel. Niet iedere narcist komt terug in je leven. Ik heb er dan ook alles aan gedaan om ervoor te zorgen dat ze niet weet waar ik woon. Ik heb haar nooit laten weten waar ik naar toe ben verhuisd en ik heb toen gelijk mijn telefoonnummer veranderd. Vaste telefoon heb ik inmiddels niet meer, alleen nog een mobiel nummer, maar dat heb ik haar nooit gegeven. Of ze nu weet waar ik woon, weet ik niet. Misschien heeft toch iemand het ooit tegen haar gezegd, maar dan heeft ze nooit het initiatief genomen om me te benaderen. Blijkbaar vond ze het goed zo: haar ‘taak als moeder’ was immers voltooid. Ik vind het ook prima: heerlijk rustig en geen rare, onrustige onderbuikgevoelens meer.

Het feit dat ik mijn jeugdervaringen heb verwerkt en een plek heb kunnen geven en dat zij nooit geprobeerd heeft om opnieuw contact met mij te zoeken, maakt dat ik nog steeds geregeld denk: mijn jeugd was helemaal niet zo erg, dus niemand zal mijn verhaal interessant vinden of zich erin herkennen.

Echter, uit de reacties die ontvang blijkt iedere keer het tegendeel. Mensen herkennen zich in mijn verhaal en vertellen dat ze het zo fijn vinden om te zien dat ze niet de enige zijn die zoiets hebben meegemaakt. Dat maakt dat ik weer denk: ja, ik heb het boek niet voor niets geschreven! Ik ben toch niet de enige die dit is overkomen. Maar ik denk vooral: zie je wel dat ik niet gek was, zie je wel dat het niet aan mij lag, dat het gedrag van mijn moeder niet normaal was. Ik was niet degene met een stoornis, dat is zíj. Ik heb me alleen voor haar karretje laten spannen en me alles door haar laten wijsmaken. Ze zei dat ik dom was, dat niemand me leuk vond, dat ik er niet leuk uitzag, dat er niks van me terecht zou komen, dat ik niks kon… Ze projecteerde alleen maar zichzelf op mij. Ze zei alles over mij, maar was het zelf.

In mijn boek heb ik geprobeerd om te laten zien hoe psychisch misbruik begint, al voor de geboorte, tot aan de tijd dat iemand al lang volwassen is. Hoe je er ongemerkt ingezogen wordt en het als ‘normaal’ beschouwt. Vervolgens wordt je ingeprent dat jij degene bent die gek is en dat je jouw vuile was vooral niet aan de buitenwereld mag rondbazuinen.
Dat heb ik dan nu tóch gedaan: ik heb mijn verhaal verteld. Weliswaar anoniem, niet zozeer om mezelf te beschermen, maar omdat ik niet net als mijn moeder wil vingerwijzen. Daar wil ik namelijk boven staan. Ik weet wat er gebeurd is, zíj weet het ook! Ze zal het echter altijd ontkennen en zeggen dat het mijn schuld was dat ze zich zo heeft gedragen. Ik was immers dat lastige kind, dus kon ze niet anders. Ze kon wel anders, ze kon om hulp vragen, maar dat betekende dat er dan ook naar gekeken zou worden en dat was natuurlijk niet de bedoeling. Dat kon ze niet aan. Ze kon haar eigen trauma’s niet onder ogen zien, ze bleef nog liever in haar eigen toxische cirkeltje ronddraaien, want dat was het enige vertrouwde voor haar. Haar comfortzone. Daar kwam nog geen haar buiten.

Afbeelding van Enrique Meseguer via Pixabay

Ik ben dus heel blij dat ik mijn verhaal gedeeld heb (ook al voelde ik me in het begin ook nog schuldig dat ik het durfde om ‘die vuile was buiten te hangen’. Er zullen altijd twee soorten lezers zijn: de een begrijpt precies wat ik heb geschreven en herkent (delen van) mijn verhaal. Hij of zij begrijpt waarom dit zo’n trauma kan zijn voor iemand en ook waarom het zo moeilijk is om uit die toxische relatie (welke vorm dan ook) te stappen. Waaróm het daarna zo’n enorm moeilijk en lang helingsproces is, maar als je er eenmaal uit bent en bent geheeld, dat je je dan zo’n ander en gelukkig mens voelt.

De ander begrijpt er helemaal niks van, want heeft het zelf niet meegemaakt en kan zich er niets, maar dan ook helemaal niets bij voorstellen. Zal vragen waarom je niet eerder uit die toxische relatie bent gestapt (want ja, je maakt toch je eigen keuze… zucht, klopt inderdaad en uiteindelijk kiezen we er ook voor eruit te stappen).
Of die persoon is zelf een narcist en zal zich zo herkennen dat ie schrikt en het vervolgens ten zeerste en keihard ontkennen want hij of zij is geen narcist, maar juist jij! Want waarom lees je het anders? Dan herken je jezelf toch? Het alom bekende en vertrouwde trucje van de narcist: we draaien het gewoon om: jij bent de gek, pardon de narcist.

Zo blijft het taboe op narcistisch misbruik bestaan. Alleen mensen die het hebben meegemaakt begrijpen waar je doorheen bent gegaan. Het is juist zaak dat we óók de mensen bereiken die nog niet begrijpen wat psychisch misbruik met een kind en volwassene doet en die het daardoor ook niet herkennen.

Laten we alsjeblieft het taboe halen van psychisch misbruik!

Het komt zoveel voor, maar wordt zo goed verborgen. Waarom? Waarom schamen we ons ervoor dat het ons slachtoffers is overkomen? Wie is er nu sterker: de narcist of het slachtoffer?
Het slachtoffer natuurlijk! Wat wij hebben meegemaakt en hoe we ons eruit geworsteld hebben om onszelf beter te maken en voelen, dat is iets dat de narcist nóóit, maar dan ook nooit kan evenaren! Ik praat dan ook liever niet meer over slachtoffers, maar van overlevers! Want dat is wat wij doen, overleven en opnieuw gaan leven. Wij nemen ons leven in éigen handen en laten ons niks meer zeggen door zo’n onzekere, van binnen super angstige narcist. Wij zijn sterker! Wij zijn meer waard. 

Lieve lezers: bedankt dat jullie je gedachten en ervaringen met me willen delen. Jullie geven mij het gevoel dat ik mijn boek niet voor niets heb geschreven, ondanks dat ik vaak denk: ik had het helemaal niet zo erg met mijn moeder. Daar gaat het echter helemaal niet om. Het gaat er juist om om het verborgen (en openlijk) psychische misbruik bekender te maken, zodat het sneller herkend gaat worden door buitenstaanders en hulpverleners. Zodat er meer kinderen al in een vroegtijdig stadium ‘gered’ kunnen worden en er misschien, heel misschien hulp kan worden geboden aan een gezin met een of meerdere toxische ouders. Ook kinderen mogen weten dat het toxische gedrag van de ouder niet ok is, anders gaan ze dat als normaal zien en zich later ook zo gedragen. Op die manier wordt de cirkel nooit doorbroken.

Herkenning zorgt voor zichtbaarheid en zichtbaarheid zorgt weer voor erkenning. Laten we de gevolgen van psychisch misbruik, narcisme, aan de buitenwereld tonen en daarmee ook tonen hoe sterk de overlevers hiervan zijn. Zíj zijn de helden in het verhaal!

Ik heb aan een aantal Liefdeloos-lezers gevraagd of ze behoefte hadden om aan een soort van lotgenotencontact te doen. Eenmalig, in een klein groepje vertellen over ieders ervaringen. Het is namelijk fijn om (h)erkenning te vinden bij iemand die iets soortgelijks meegemaakt heeft als jij.
Bijna iedereen gaf aan een groepsgesprek nog een te grote stap te vinden, mede omdat er een soort van schaamtegevoel overheerst. Hoewel ik het heel jammer vindt, begrijp ik het wel. Het heeft mij tenslotte ook 50 jaar gekost om mijn verhaal aan de buitenwereld te vertellen. Mijn helingsproces is al jaren geleden voltooid, hoewel… Ik leer nog iedere dag bij en merk dat het psychisch misbruik altijd blijft doorwerken. Het belemmert me niet meer in mijn dagelijks functioneren, maar af en toe steekt het toch nog even.
Bij bepaalde momenten of situaties.

Er is dus nog veel werk te verrichten voordat psychisch misbruik uit de taboesfeer is gehaald en eindelijk erkend wordt als traumatisch voor het hele leven. Ik geef niet op en hopelijk draagt mijn boek hier een heel beetje aan toe.

Help jij mee?

Wil je reageren, stuur dan een email naar: info@liefdeloos.com of vul het contactformulier in.