Het verhaal van Elise

Toen ik zelf pas ontdekte dat mijn moeder (erg veel) narcistische trekjes heeft, had ik enorm veel behoefte aan informatie en verhalen van anderen. Ik wou alles weten over narcisme, wat het is, hoe het ontstaat, is het te genezen én hoe ervaren andere mensen narcisme bij hun familie, partner, vrienden of collega’s. Sinds ik me flink heb ingelezen, merk ik dat er eigenlijk best wel veel narcistische mensen rondlopen op onze mooie aardbol. Veel narcisten, maar nog schokkender om te horen en lezen wat deze narcisten allemaal voor vreselijke stunts uithalen om hun ego te voeden. Als je denkt dat je het mafste verhaal hebt gehoord, kom je weer iets tegen van een narcist die het nog bonter maakt. Ik heb in mijn leven met een aantal narcisten te maken (gehad), maar gelukkig nog niet zó heel erg en hopelijk blijft dat ook zo. Waar ik heel veel van geleerd heb zijn ervaringsverhalen van anderen mensen. Op de eerste plaats ervaar je zelf hierdoor (h)erkenning), vooral doordat je beseft dat het niet aan jou ligt, maar aan de narcist. Ook al doen ze je graag anders geloven, het ligt beslist niet aan jou. Je bent niet gek, de narcist is gek is zijn of haar hoofd.

Door naar veel verhalen van anderen te luisteren en er veel over te lezen, ben ik narcisten beter gaan herkennen en kan ik er beter mee omgaan. Omdat het mij zo heeft geholpen, wil ik dit graag delen met mijn lezers van mijn boek en website: Liefdeloos. Ik hoop dat het jou net zo goed gaat helpen als bij mij!

Je bent niet alleen en niet gek!

Het eerste ervaringsverhaal dat ik met je mag delen is van Elise, 58 jaar oud en een liefdevolle, toegewijde moeder van vier kinderen. 

Mijn naam is Elise en ik ben 58 jaar oud. Ik ben er nog niet zo heel lang geleden achter gekomen dat waarschijnlijk allebei mijn ouders narcistisch zijn (geweest). Mijn vader is inmiddels overleden, mijn moeder is bijna 88 jaar oud.

Als baby van ongeveer 9 maanden oud werd ik bij de nonnen geplaatst omdat mijn moeder ‘een open been’ had en daardoor niet voor mij kon zorgen. Mijn moeder kan mij niet vertellen of ik zes of negen maanden uit huis ben geweest, maar op mijn eerste verjaardag was ik niet thuis. Mijn vader kwam een keer per week op bezoek.

In onze jeugd werden mijn zusje en ik steeds met elkaar vergeleken, vooral door mijn moeder. Mijn zusje was vooral het oogappeltje van mijn vader. Dit heb ik altijd gevoeld maar mijn moeder heeft dat pas toegegeven toen mijn vader in het verpleeghuis zat, dementerend. Mijn vader heeft een Spartaanse opvoeding gehad en was erg streng voor ons. Zo werden wij binnen geroepen als we buiten speelden met jongens. Dan gingen de gordijnen ‘s middags dicht en keken we ‘Sissi’.

We waren dan wel meisjes, maar onze haren werden kort geknipt omdat mijn moeder dat praktisch vond.

Als kind wilde ik graag aardig gevonden door mijn moeder, dus probeerde ik steevast lief te zijn. Ik heb me constant aangepast omdat ik voelde dat dat van me verwacht werd. Zo heeft mijn moeder mij toen ik veertien was op dieet gezet omdat ze vond dat ik wat mollig was. Een paar jaar later heb ik mede daardoor en door de strenge opvoeding anorexia ontwikkeld. Toen ik daardoor later een psychose kreeg en werd opgenomen in een kliniek, belde ze achter mijn rug met de behandelend psychiater om haar visie op mijn gedrag te bespreken. Later deed ze dit ook bij mijn vader toen hij overspannen was.

Inmiddels is mijn zusje bijna 9 jaar geleden overleden en ben ik de enige die voor mijn moeder zorgt. De kleinkinderen willen niet meer bij haar langs, omdat ze zo bot kan reageren. Inmiddels ga ik om de andere week bij haar langs met de boodschappen en de was.

Gek genoeg voel ik me vaak schuldig terwijl mijn leven voor een groot deel door mijn ouders moeilijk is geweest. Inmiddels bijt ik wel meer van me af en als iets me niet bevalt zeg ik het ook, maar de zorg voor haar voelt me wel zwaar. Vooral omdat ik het alléén moet doen, terwijl ik vroeger nooit goed genoeg was voor mijn ouders.